Oprichters van onze stichting

Informatie over oprichters Sietze van der Honing en Douwe Hoitinga


Sietze van der Honing

 

Hij werd geboren op 26 oktober 1943 in de gemeente Ooststellingwerf (Friesland) in een gezin van een veehouder.

Hij was de middelste van 3 kinderen en volgde onderwijs op de Christelijke lagere school in Donkerbroek en overleed op 8 januari 2016.


Na de lagere school volgde hij het onderwijs op de landbouw-winter-school. Intussen werkte hij mee op het ouderlijk bedrijf. Deze veehouderij was vanaf 1939 gestart op een huurboerderij met ca. 15 koeien met jongvee. Naast de koeien waren er ook varkens, kippen en geiten aanwezig. In de vijftiger jaren koopt zijn vader een eigen bedrijf op de grens van Donkerbroek en Hoornsterzwaag.


Sietze trouwt in 1967 met Pietertje Hoekstra, geboren 15 juli 1945. Helaas krijgen zij geen kinderen.  

Nadat hij is getrouwd neemt Sietze het ouderlijk bedrijf over. Al snel moderniseerde hij het bedrijf door een ligboxenstal en een betere ruimte voor het jongvee te bouwen. Ook werd de veehouderij gemoderniseerd: mechanisatie, meer kunstmestgebruik en de toepassing van een grotere hoeveelheid krachtvoer met als resultaat verhoging van de melkproductie.

Een loonwerker met geschikte apparatuur voor het uitbesteden van oogst- en ook transport- werkzaamheden spaarde een extra arbeidskracht. Voor zijn veestapel kreeg hij een melkqoutum voor de hoeveelheid melk, die hij jaarlijks mocht leveren.


In 1995 verkoopt Sietze de boerderij, mede omdat de gezondheid van Pietje achteruit gaat en hij zich niet alleen op de boerderij kan redden. Hij krijgt een heel goede prijs, mede door het melkquotum. Met de opbrengsten van de boerderij koopt hij een villa in Oosterwolde. Hij zou ook wel met pensioen kunnen, maar hij gaat liever door met zijn andere activiteiten.

Zo was er in die tijd al langer ontevredenheid van veel melkveehouders over de lage melkprijs, die zij kregen van de melkfabriek, waarbij ze waren aangesloten. Sietze was al eerder op zoek gegaan naar alternatieven. Bijvoorbeeld de mogelijkheden om het contract met de fabriek te verbreken en de melk elders te leveren. Dat ging niet eenvoudig en tegenacties van de fabrieksorganisaties volgden met uiteindelijk ook juridische strijd. Hij vond echter voldoende klanten om via zijn bemiddeling de melk elders af te leveren met een substantieel hogere, gegarandeerde melkprijs.


In die periode had hij veel contact met Douwe Hoitinga, directeur van de Coöperatieve zuivelfabriek ‘De Zuid-Oost Hoek’ te Oosterwolde (Frl.). Ze waren erg op elkaar gesteld en Sietze had een heel goede adviseur aan hem.

Voor zijn bemiddelings-activiteiten richtte Sietze een aparte onderneming op (bij de Kamer van Koophandel ingeschreven als “Stichting Administratiekantoor VGK Beheer” (Vereniging voor gezonde konkurrentie).

 

Douwe Hoitinga


Hij werd geboren op 25 oktober 1925 te Witmarsum, overleden 26-7-2011 te Gorredijk. Zijn opleiding bestond uit de Mulo te Witmarsum en de Hogere Zuivelschool te Bolsward.

Na zijn opleiding te hebben afgerond werd een carrière opgebouwd in de zuivel. Hij begon als assistent-directeur bij de Coöperatieve zuivelfabriek te Witmarsum en daarna assistent-directeur bij de coöperatieve zuivelfabriek ‘De Zuid-Oost Hoek’ te Oosterwolde (Frl.). In ± 1952 werd hij de jongste zuiveldirecteur van Friesland bij de Coöperatieve zuivelfabriek te Warns. In 1956 werd hij gevraagd door de directeur van de Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland, dhr. Stallinga, om te solliciteren als directeur van de Coöperatieve Zuivelfabriek ‘Op Hoop van Zegen’ te Heeg. In 1960 werd hij directeur van de fabriek te Oosterwolde. Dit zou hij blijven doen tot zijn pensionering in 1985 op 60-jarige leeftijd.

In de periode van 1960-1985 veranderde er veel. Het was de tijd van de fusies. Elk dorp in Friesland had een coöperatie zuivelfabriek (‘it bûterfabryk’) tot begin jaren 60 van de 20e eeuw. De fabriek in Oosterwolde fuseerde eerst met de fabriek te Elsloo, later kwamen daar Wijnjeterp en Waskemeer bij, en later Olterterp (en dat was al een fusiefabriek van Boornbergum, Terwispel en Olterterp).

Later voegden ook 3 fabrieken in Drenthe zich bij ‘Oosterwolde’, nl. Rolde, Anloo en Grollo en ook in Oost-Groningen, de fusiefabriek in Winschoten, voegde zich bij ‘De Zuid-Oost Hoek’ te Oosterwolde.

In de 80’er jaren van de 20e eeuw was er een flinke concurrentie tussen de fabrieken, die de hoogste melkprijs betaalden aan de leden-veehouders. Er was een groot blok van Frico-fabrieken en er waren een aantal zgn. ‘vrije fabrieken’. De ‘vrije fabrieken’, waaronder de “Zuid-Oost Hoek” (de “Zuid-Oost Hoek” was onder leiding van Douwe Hoitinga in 1970 uit het Frico verband gestapt) betaalden een betere melkprijs dan de Frico fabrieken. Zo kwamen de heren Sietze van der Honing en Douwe Hoitinga met elkaar in contact. Boer Sieze van der Honing te Donkerbroek leverde zijn melk aan een Frico fabriek en kreeg een lagere melkprijs dan een boer even verder op, die aan ‘De Zuid-Oost Hoek’ leverde. Sietze van der Honing mobiliseerde een aantal collega boeren en samen richtten ze een collectief op ‘Klavertje Vier’ en ook ‘De Vereniging voor gezonde concurrentie’. In 1983 was de superheffing in de EEG ingevoerd. Dit om te voorkomen dat boeren elk jaar meer melk gingen produceren waardoor overschotten ontstonden. Tot die tijd konden de boeren onbeperkt melk leveren waarbij de EEG een bepaalde basisprijs garandeerde. Na 1983 ontstond dus bij fabrieken ‘honger’ naar melk om de bezettingsgraad van de fabrieken op peil te houden nu de melkplas ging krimpen door de superheffing. 


Start van de Stichting van der Honing


In 2001 werd door Sietze en Pietje een stichting opgericht genaamd “Stichting van der Honing”. Hiermee wilden ze een vermogen opbouwen waarmee “goede doelen” konden worden ondersteund. Zodra dat mogelijk was wilden ze de ANBI-status bij de Belastingdienst aanvragen.


In de eerste jaren werden schenkingen uit het vermogen van Sietze en Pietje aan deze Stichting gedaan. Omdat toen volgens de belastingregels daarover schenkingsrecht moest worden betaald groeide het vermogen van de Stichting slechts langzaam. Daardoor kon ook geen ANBI-status worden verkregen.


Deze situatie wijzigde toen in 2011 Pietje overleed. Zij had haar nalatenschap, samen met Sietze, bij testament vermaakt aan een “goede doelen” stichting met als doel vooral een ondersteuning voor voldoende huisvesting, voeding en verzorging en goed onderwijs voor kansarme kinderen. Daarmee konden zij, als kinderloos echtpaar, hun vermogen gebruiken voor verbetering van de leefomstandigheden en het krijgen van onderwijs voor dergelijke kansarme kinderen en hen meer perspectief bieden voor de toekomst.


Deze Stichting werd door de Belastingdienst na 2011 aangemerkt als een ANBI stichting. De naam werd statutair gewijzigd in: “Stichting van der Honing – Hoitinga” zoals bepaald in het testament van Sietze en Pietje. Hiermee werd ook de waardering voor de jarenlange bijdrage van en vriendschap met Douwe Hoitinga tot uiting gebracht.


Toen Sietze in januari 2016 overleed kwam ook zijn vermogen ten goede aan deze Stichting van der Honing - Hoitinga (website: http://st-vdhoning-hoitinga.nl/ ). In de statuten is vastgelegd, dat zowel uit de familie van der Honing als uit de familie Hoitinga bestuursleden als opvolgers worden gezocht.
















Share by: